Particulieren die thuis een dier (varken, geit, schaap) willen slachten moeten deze slachting laten registreren. Je hebt geen slachtbewijs nodig voor konijnen, gevogelte en klein wild.
Grotere dieren zoals runderen of paarden mag je enkel in een slachthuis laten slachten.
Hoe aanvragen
Registratie
Iedereen die eigenaar is van een dier (zelfgekweekt of pas aangekocht) en dit voor particulier gebruik wil laten slachten, dient eenmalig een registratienummer aan te vragen bij de Stad. Dit registratienummer moet je bijhouden voor latere aangiftes van slachtingen.
Beslagnummer
De plaats waar de dieren gehouden worden krijgt een identificatienummer, dit noemt het beslagnummer (8 cijfers).
Je kan een beslagnummer aanvragen bij de vzw Dierengezondheidszorg Vlaanderen. Indien je een dier koopt, vraag je aan de verkoper het beslagnummer.
Particuliere slachting buiten het slachthuis
Kies je voor een particuliere slachting buiten het slachthuis, dan moet je elke slachting aangeven bij het stadsbestuur. De aanvraag gebeurt ten laatste 2 werkdagen voor het slachten.
Slachting in het slachthuis
Kies je voor een slachting in het slachthuis en heb je een registratienummer, dan moet je niet elke keer opnieuw een slachtbrief halen bij de het stadsbestuur. Je kan voor elke slachting rechtstreeks naar het slachthuis gaan.
In beide gevallen ontvang je een aangiftebewijs dat je zelf dient te bewaren tot het eind van het jaar volgend op de slachting.
Bedrag
Gratis
Wat meebrengen
- Jouw identiteitskaart (wanneer een derde, dus niet de betrokkene zelf, aangifte doet van een particuliere slachting, moet deze ook de identiteitskaart van de betrokkene meebrengen).
- Jouw sanitelnummer (dit is een uniek registratienummer).
- Het beslagnummer van het dier.
Indien je nog niet beschikt over een Sanitelnummer (bv. omdat het de eerste keer is dat je een slachtbewijs aanvraagt), vraagt het stadsbestuur dit nummer voor jou aan. Je krijgt dit nummer onmiddellijk mee. Dit nummer blijft altijd geldig.