Hoofstuk 4 van het decreet lokaal sociaal beleid heeft aan de lokale besturen een duidelijk opdracht toegekend. Als regisseurs van het lokaal sociaal beleid moet het lokaal bestuur werk maken van een maximale toegankelijkheid van de lokale sociale hulp- en dienstverlening voor de bevolking en daarbij moet bijzondere aandacht worden besteed aan de onderbescherming.
Daartoe bouwt het lokaal bestuur een Sociaal Huis uit. Het Sociaal Huis moet een herkenbaar lokaal aanspreekpunt zijn voor burgers met betrekking tot het aanbod van lokale sociale hulp- en dienstverlening. Vanuit dit Sociaal Huis wordt, onder regie van het lokale bestuur, een samenwerkingsverband geïntegreerd breed onthaal gerealiseerd dat minstens het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, het erkende centrum voor algemeen welzijnswerk en de erkende diensten maatschappelijk werk van de ziekenfondsen omvat (verplichte actoren). Het decreet lokaal sociaal beleid heeft expliciet vermeld dat het lokaal bestuur dat geïntegreerd breed onthaal ook mag realiseren in samenwerking met andere lokale besturen.
Met deze uitgangspunten voor ogen is er in onze regio een overleg op gang gekomen met de 5 lokale besturen (gemeenten en OCMWs van Deinze, De Pinte, Nazareth, Sint-Martens-Latem en Zulte), het CAW en de diensten maatschappelijk werk van de mutualiteiten, allen ook kernleden van de Eerstelijnszone Schelde en Leie. De idee was dat men best kiest voor een maximale overlapping van werkingsgebieden van verschillende bovengemeentelijke samenwerkingsverbanden in de sector van sociale zaken en welzijn. Het GBO staat los van het verhaal van de Eerstelijnszone maar zal in de toekomst zeker een belangrijke methodiek aanreiken om ook het verhaal van de eerstelijnszone tot een succes te maken.